#86: Op de goede weg met angsten

Omdat ik de laatste tijd steeds meer gespannen en nerveus word besluit ik om weer terug naar af te gaan: geen computer, geen televisie of andere prikkelende activiteiten. Gewoon maar op de bank liggen met thee, en veel slapen.

Maar de angsten en de nervositeit blijven. Ik ga ook even naar de dokter om te kijken of er nog iets mis is, want ik heb een paar dagen geleden bloed in het toilet aangetroffen (zie blog #85) en hoewel dit éénmalig was, wil ik het toch laten controleren.

Nerveus en overspannen

Bij de huisarts begin ik meteen te huilen omdat ik zo gespannen ben. Ik vertel hem dat ik ditmaal niet voor mijn burnout kom. Hij onderzoekt me en alles blijkt in orde te zijn. Ook vraag ik hem, terwijl hij met zijn vinger in mij zit, meteen maar even mijn prostaat te controleren (ik ben immers al 47) en die is ook goed. Hebben we dat ook maar weer gehad. Kleine moeite, groot plezier.

(Advertentie)

Ik ben blij dat alles goed is, en ik dus gewoon gezond ben. Toevallig had ik net een aantal weken geleden een uitgebreid bloedonderzoek gehad (zie blog #84). De dokter kijkt er nog even naar en bevestigt dat mijn bloedwaarden allemaal echt super goed zijn, en als ik bijvoorbeeld een ernstige ziekte zou hebben dat alles er dan veel slechter voor zou staan.

Okee, mooi, gelukkig. Ik heb dus écht, écht écht écht gewoon een burnout. Jammer eigenlijk, dat ik niks anders heb dat gewoon snel op te lossen is. Ik zou zo graag een pilletje nemen en dan “drie maal daags, zes dagen innemen en dan gaat het wel over”. Zoiets. Maar nee, dit is niet zomaar op te lossen.

Nou, okee, wat nu? Ik doe weer rustig aan, maar ik merk dat ik prikkelbaarder ben. Geluidjes komen weer als flitsen binnen in mijn hoofd, en alles is me weer te veel. Zelfs een beetje zitten niksen en bedenken of ik de vaatwasser leeg zal gaan halen of maar even in de tuin zal gaan frutselen, of helemaal niks, is te veel voor me. Ik voel me enorm overweldigd door helemaal niks. Ik ben super gespannen aan het niksen.

“Maar waarom nou toch?” vraag ik me af, “bij de dokter was alles goed.” Ik snap niet waarom ik zo gespannen ben. Het is wel super warm buiten. Een paar dagen achter elkaar is er een soort van hittegolf gaande. Misschien komt het wel door de warmte?

Ik voel me leeg.
foto: © 2019 kakikhebeenburnout.nl

Raakbaar

Als ik mijn vaste wandel-, fiets- of boodschappenrondjes doe merk ik dat ik enorm geraakt word door van alles. Een vriendelijke mevrouw in het verkeer. Meteen huilen. Schattige kindjes achterop de fiets bij hun moeder. Meteen huilen. Iemand die me afsnijdt. Meteen huilen. Mooie meisjes in bikini’s op het strand. Huilen. Als ik iets lekkers voor mezelf koop. Huilen. En als ik kleine babykonijntjes zie in de duinen dan huil ik. Ik huil diep, omdat ze zo lief zijn.

Ik voel me soms eenzaam en wil sociale contacten. Ik heb vrienden, maar aar alles is me te veel. Ik moet eerst beter worden voordat ik allerlei gezellige en leuke dingen kan doen. En weer een beetje werken. En een vakantie plannen. En spelen met de kids van mijn vrienden. Mijn belastbaarheid is NUL; zodra ik ook maar enigszins wat activiteiten doe, volgt er altijd meteen een terugval.

Mijn psycholoog zegt ook dat ik “leuke” dingen moet gaan proberen en geeft me een lijst van leuke activiteiten. Als ik de lijst erbij pak word ik angstig. Alles wat er op staat geeft me angst en onrust, behalve de dingen die ik al doe zoals wandelen of fietsen.

Ook dit voelt als een zware druk die op mijn schouders rust. Ik wil helemaal geen lijst met dingen en dat ze dan de volgende keer gaat vragen of ik al iets heb gedaan uit de lijst. Ik durf het niet. En ik ben bang om mezelf en haar teleur te stellen.

In mijn hoofd voel ik weer een soort angstflitsen. Ik herken ze wel, ik heb ze al vaker gehad. Maar ditmaal nemen ze toe. Ik word nu al angstig van de vraag waarom ik toch zo angstig ben en hoe dit nou toch allemaal weer komt.

Nee, eikel je kan niet daten

Enkele dagen na mijn doktersbezoek word ik bang dat ik nooit meer kan werken en nooit meer een vrouw zal vinden. Uit benieuwdheid of er nog überhaupt wel iemand te vinden is zet ik een dating app op mijn telefoon. Ik zie allemaal vrouwen die niet leuk zijn. Shit. Fuck. Zie je wel? Maar een vriendin van mij wijst me erop dat Tinder al lang niet meer “in” is, en dat ik Happn moet proberen. In Happn krijg ik wél allerlei leuke vrouwen te zien. Pfoeh!

Mooi zo, er bestaan dus nog leuke vrouwen die misschien bij me kunnen passen. Ik ben daar blij om, maar ik krijg meteen nog meer angsten. Want ik kan nu niet gaan daten; ik ben kapot en nerveus en angstig en moet eerst beter worden. 

En ik ben nog wel minstens een jaar bezig met mijn burnout. Dan ben ik natuurlijk nog weer ouder en zijn al die dames al lang weer bezet! Ik heb geen kans! Het kan gewoon helemaal niet! Godverdomme. Eikel! Waarom heb je nou weer die dating apps geïnstalleerd? Ik gooi de apps weer weg, teleurgesteld en gefrustreerd.

Schijt, waarom kan ik niks? Waarom krijg ik angst, uitputting en paniek bij alles wat ik doe? Een aantal dagen leef ik in spanning. Ik weet niet meer waarom ik nou zo gespannen ben. Ik doe niets. Een beetje op de bank hangen. En een staande ventilator bestellen voor als het weer warm wordt.

Weer warm weer. Alweer warm. Warm weer, weer. Alweer een warm weeralarm. Dat rijmt enigszins. Of is het “warmweer alarm”? Ik word gek van mijn gedachten. Dan maar een beetje thee drinken. Een ijsje nemen. En aan een date denken die nooit zal gaan gebeuren.

Het lijkt wel steeds erger te worden. Ik heb steeds maar angstflitsen in mijn hoofd. Zelfs de dingen die tot nu toe wel redelijk rustig waren, zoals wandelen, een autoritje, even wat op YouTube kijken, zijn nu onrustig. Wat een klotezooi. Ik ga weer terug naar af. Twee-en-drie-kwart jaar ben ik nu al bezig met mijn burnout, en ik lijk weer terug bij af te zijn.

Wat moet ik nu nog doen? Ik kan het bijna niet langer volhouden dit geklooi. De angsten en onrust vliegen door mijn hoofd. Eén ding is wel mooi: mijn lichaam, los van mijn hoofd dus, is best rustig. Ik heb bijna geen hartkloppingen of zweetaanvallen meer. Ik heb geen trillingen of spiersamentrekkingen meer. Ik heb geen rare pijnen of steken. Het is puur mijn hoofd, mijn hoofd dat zwaar overspannen is en angstig en duizelig.

Eigenlijk is dat dus een ongelooflijke verbetering en vooruitgang! Ik probeer daarvan te genieten, of er blij mee te zijn. Maar dat is best lastig als je hoofd niet normaal doet.

(Advertentie)

In een online groep over burnout zie ik dat ik niet de enige ben. Mensen klagen over een dronken gevoel, duizelingen, het gevoel dat de vloer beweegt, het gevoel dat men niet recht kan lopen. Allemaal dingen die ik ook heb, zodra ik ook maar even opsta. Gelukkig maar, want het voelt zo rot en lijkt alsof er iets mis is in je hersenen. Maar het zijn angsten en spanningen en het hoort er dus gewoon bij.

Kon ik mijn kop er maar afhakken en vervangen, dan zou ik in één klap beter zijn en geen angsten meer hebben. Volhouden maar weer, mijn vorige kuthoofd hield er ook uit zichzelf mee op (zie blog #56) dus deze versie zal vast ook wel een keer weggaan.

Ik ben in elk geval op de goede weg.

Volgende keer

Volgende keer raak ik het dieptepunt van mijn burnout, waarna de weg omhoog kan beginnen.

Reageren? Dat kan via Instagram.