#02: Een nieuwe baan

Het is september 2015. Ik heb een nieuwe baan! Hoera!

Na een paar jaar een eigen bedrijf te hebben gehad, dat uiteindelijk stopte te bestaan, ben ik 4 maanden thuis gebleven (ik had nog spaargeld) om even aan mijn eigen projecten te werken en te bekijken wat ik verder wilde gaan doen. Weer een eigen bedrijf? Freelance werken? Of toch maar bij een baas? Even rust nemen en nadenken.

Het is een baas geworden. Ik had eigenlijk nog niet echt zelf een beslissing genomen, maar iemand nam via LinkedIn contact met me op en ik werd er enorm enthousiast van. Leuk bedrijfje, leuk werk, leuke mensen. Ik heb er echt zin in! Ik verdien er helaas niet zoveel als ik gewend was, maar deze gasten zijn echt zó leuk, het lijkt me geweldig om daar te werken.

(Advertentie)

Ik kan aan de slag in een senior functie en het is een startup dus ik kan mijn kennis en ervaring goed gebruiken om het bedrijf verder te helpen. Ik ben de oudste die er straks werkt, ouder dan de twee directeuren. Fijn dat ik nu mijn jarenlange ervaring kan gaan inzetten om starters te helpen.

Eén nadeeltje is er wel: het is in Utrecht en ik woon in Haarlem. Dus ja, dat is wel 45 minuten rijden enkele reis. De trein is geen optie want die is niet alleen duurder maar duurt ook langer van deur tot deur. Nou ja, gewoon even wennen aan de afstand, zo moeilijk kan het niet zijn, toch? En ik vind autorijden leuk, dus dat komt vast goed.

Vermoeidheid

In de eerste zes weken begin ik op te merken dat ik me steeds moe voel. Eigenlijk best wel doodop, elke dag. De reistijd is vaak langer dan 45 minuten, soms zelfs wel anderhalf uur op de terugweg als Utrecht weer eens compleet vast staat. Soms ben je na 45 minuten rijden nog steeds Utrecht niet uit. Ik kom dan laat en kapot thuis, moet dan snel nog even eten want dan is het eigenlijk al weer bedtijd; om 06:00 gaat de wekker alweer.

Om mezelf na het eten nog enigszins te entertainen en niet steeds half dood op de bank in slaap te vallen luister ik naar podcasts terwijl ik op de iPad een spel speel. Ik merk dat ik tegelijkertijd ook wil vreten. Zak chips, zak drop, pak koek. Het valt me op dat ik dit doe vanuit een soort gejaagdheid. “Snel nog even dropjes eten want ik ga alweer bijna naar bed,” is mijn gedachte. Vreemd.

In het weekend kom ik niet altijd even goed tot ontspanning. Ik balanceer tussen op de bank liggen (en dus meteen in slaap vallen) en misschien toch maar met vrienden afspreken. Ik wil alleen overdag afspreken, want in de avonden moet ik vroeg naar bed van mezelf. Ik wil slapen, veel slapen. Want ik ben zo moe.

Ik fiets vaak in bos en duin tijdens mijn herstelperiode.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Dan is er nog een kleine irritatie op mijn werk. Vergaderingen worden vaak om 17:30 ingeplant. Poeh wat laat, dan kan niemand zich toch nog concentreren? En ik werk tot 16:30, waarom houden ze eigenlijk geen rekening met mijn werktijden? “Nou ja, ik ben nog nieuw, ik ga er maar niet meteen over klagen,” zo lul ik mezelf er overheen.

Omdat ik altijd stipt om 16:30 naar huis wil gaan -geleerd vanuit mijn burnout van meer dan 10 jaar geleden- worden er wel eens grappen gemaakt dat ik een ambtenaar ben. Ik lach mee en geef ze wel gelijk, maar ik weet beter. Ik moet mezelf niet overwerken en ik ben al best vaak moe. Ik ben trots dat ik mezelf aan de uren kan houden.

Ik heb na een paar weken echt een beetje het gevoel dat ik “geleefd word”, dat ik mezelf niet onder controle heb. “Het werk, het bedrijf en de mensen zijn leuk, dus daar zal het niet aan liggen,” vertel ik mezelf, “maar waarom voel ik me zo leeg, slap en moe?”

Mijn computerscherm ziet vaak heel wazig. Ik wil dan mijn ogen het liefst dicht doen. Na veel geknipper krijg ik het weer scherp. Ligt het aan mijn ogen? Ik lees op het internet dat als je ogen achteruit gaan dat je daar heel moe van kan worden. Ik merk ook dat ik papieren of mijn iPhone steeds verder weg moet houden om het scherp te krijgen. Misschien moet ik een leesbril nemen?

Ik besluit eerst maar eens om contact op te nemen met een psycholoog. Misschien pak ik dingen verkeerd aan. Misschien kan ik deze baan niet aan? Qua niveau past hij prima bij me en ik heb er ook plezier in. Nou ja, even een psycholoog Googelen, die heeft vast wel wat tips voor me.

Maar dan opeens…

Maar dan opeens in de achtste week of zo word ik wakker met een heerlijk gevoel. Ik heb energie, ik heb goed geslapen, ik heb er zin in! De file is niet erg meer. Het laat thuiskomen is niet erg meer, ik voel me opeens heerlijk.

Zie je wel? Ik moest natuurlijk gewoon even wennen! Ik bel die psycholoog maar af. Alles gaat nu op rolletjes. Mooi zo. Met volle moed ga ik aan de slag in mijn nieuwe baan en de toekomst tegemoet.

Mijn zorgen over het moe zijn en de korte weekends verdwijnen ook na enige tijd. Ik ben blij dat het toch nog goed afloopt.

Volgende keer

In mijn volgende blog vertel ik over hoe ik mijn frustraties over het werk in mezelf steeds goedpraatte omdat mijn collega’s zo leuk en aardig waren.

Reageren? Dat kan via Instagram.

(Advertentie)

Voetnoot:

Achteraf ligt hier het begin van mijn burnout. Bij oververmoeidheid en/of overspanning gaat het lichaam stresshormonen vrijgeven. Wanneer dit maar lang genoeg duurt went het lichaam aan deze situatie en wordt het abnormale niveau van deze hormonen als normaal ervaren.

Het autonome stresssysteem van je lichaam slaat op hol en komt voortdurend in de stress-stand te staan, in plaats van slechts af en toe. Voor je gevoel lijkt het dan alsof je eerst heel moe bent, maar dan ontstaat het gevoel dat het best wel goed gaat en dat je weer energie hebt (bron).

In werkelijkheid begint hier het langzame proces naar burnout. Alleen je merkt het niet meer, je voelt je goed. Als een kikker in een pan water word je langzaam gekookt. Maar het water is nu nog koel, dus je merkt er niks van.

Vanaf dit moment is mijn “boiling frog” proces van start gegaan.