#14: Mijn herstel begint, en ik moet naar de arbo-arts

Na een aantal maanden rust en geklooi met slaapmiddelen (zie blog #13) en andere medicijnen komen er langzaam wat verbeteringen op gang.

Ik kan de dagen beter doorkomen en hoef niet meer direct na het eten naar bed. Ik kan zelfs al tot half negen in de avond opblijven. De nachten zijn nog steeds zwaar maar in plaats van elk uur wakker worden, word ik om de twee uur wakker, of soms zelfs om de drie uur. Mooi zo.

Dingetjes doen

Het is weer makkelijker voor me om contact met mensen te hebben via WhatsApp. Ik heb al sinds het begin alle notificaties, geluiden en storende apps uit staan of verwijderd, maar WhatsApp kan weer aan. Ik verlaat wel alle app groepen waarin slap geluld wordt en beperk me tot het noodzakelijke.

(Advertentie)

Ik zet de automatische “niet storen” functie op mijn iPhone aan; elke dag vanaf 20:00 tot 08:00 is hij stil, en dan kan ik ook niet vergeten om dat aan of uit te zetten. Ik heb één favoriet (mijn zus) en als die belt dan komt ze er door. Alle andere mensen, geluiden, berichten, mailtjes,, notificaties, worden gewoon genegeerd.

Soms kan ik een minuutje of 20 achter de computer zitten. Een beetje internetten of administratie doen. Maar het gaat wel met moeite; de ene dag denk ik: “zie je wel, het komt weer terug!” om er vervolgens weer dagenlang nerveus, angstig en duizelig van te worden.

Het buiten wandelen lukt nu wel een half uur, en als ik ga fietsen kan ik een ronde van 45 minuten doen. Ik begin ook wat meer te genieten van bos, duin en strand in plaats van trillend en angstig door het leven te gaan. De stad in gaat nog niet, daar zijn veel te veel mensen en lawaai.

Ook kan ik weer een beetje autorijden. Dat is een bevrijding want dan kan ik naar het strand om daar uit te waaien. Ik doe dit steeds vaker. Het is winter en ik zie voor het eerst van mijn leven sneeuw op het strand, wat leuk om te zien.

En dan het huis. Stofzuigen is rustgevend, net zoals wat in de tuin prutsen. Ik doe wat klusjes zoals een nieuwe brievenbus op de deur zetten en kozijnen schilderen. Dat gaat met een half uurtje per keer, en dan weer een paar dagen niks. Doe ik meer, dan val ik meteen weer terug.

Mijn huis opruimen werkt ontspannend, maar ik moet niet te veel tegelijk doen en heel veel rust nemen.
foto: © 2018 kakikhebeenburnout.nl

Arbo-arts

Ik moet van mijn baas naar de arbo-arts. Deze zit in fucking Gorinchem, meer dan een uur rijden. Mijn baas vindt dat helemaal niet zo ver weg, maar ik kan nét aan 20 minuten rijden. Heen en terug ben ik dus drie uur bezig, terwijl ik maar activiteiten van een half uurtje aankan. 

Ik zoek op het internet of ik kan weigeren om zo ver weg te moeten gaan. Dat kan niet, al zit de arbo-arts in Parijs, ik moet meewerken.

De autorit is een hel maar ik ben er. De arts ziet meteen wat er aan de hand is en zegt dat ik voorlopig niet moet werken. Dat is fijn, iemand die me begrijpt. Ook bij het tweede bezoek, zes weken later, zegt hij dat ik nog steeds niet moet gaan werken. Gelukkig maar, ik was al bang dat ik zo’n arbo arts zou krijgen die niets van burnouts begrijpt; dat schijnt nog steeds erg vaak voor te komen.

Bij het derde bezoek, weer zes weken later, geef ik aan dat ik nog steeds weinig kan doen, behalve in de natuur wandelen of fietsen of een half uur licht computerwerk. Nu is hij minder begripvol. Hij vindt dat ik weer naar mijn werk moet. Ik moet van hem een schema maken waarin ik elke week meer uren maak.

Ik schrik hiervan en word bang. Het zweet breekt me uit. Nou ja, een uurtje per week werken gaat me nog wel lukken, denk ik, maar elke week meer uren erbij? Ik zou niet weten hoe ik dat voor elkaar moet krijgen. Als ik aangeef dat ik twijfel of dat wel kan, zegt hij streng: “dit is mijn advies, dit zal je moeten doen”. Ik durf er niet tegenin te gaan.

Vrienden opzoeken

Om vast een beetje te oefenen om weer onder de mensen te zijn ga ik afspreken met verschillende vrienden. Verre vrienden, want de “dichtbij-vrienden” hebben al zoveel thee met mij weggezopen, ik laat hen al een tijdje met rust.

Via social media zoek ik wat oude contacten op, en mensen die ik wel vrij goed ken maar eigenlijk nooit zie. Ik leg ze uit dat ik een burnout heb en vraag of ze op de thee willen komen. Het is succesvol en ik zie zo nu en dan leuke mensen. Het is zwaar, maar het lukt me.

Het bevalt me goed. Ik ben blij dat ik dat soort dingen weer een beetje kan. Tijdens de afspraken kan ik weer lachen en grapjes maken en gezellig kletsen over van alles en nog wat, in plaats van alleen maar verdrietig te zijn en over mijn burnout te praten.

(Advertentie)

Het lijkt er op dat ik een beetje in de lift zit. Omhoog dan. Dat is een fijn gevoel. Het geeft uitzicht. En lucht. En het laat zien dat de manier waarop ik het aanpak, met mijn vaste dagschema (zie blog #11), dus best goed werkt.

Ik hoop dat dit herstel zich een beetje doorzet. Ik ben nu al een maand of 5 thuis, en begin het zat te worden. Ik ben wel een beetje bang om weer aan het werk te gaan, maar ik zal maar braaf doen wat de arbo-arts zegt.

Op dit moment lijkt het met mij de goede kant op te gaan. Maar ik weet nu nog niet welke hel er verder nog boven mijn hoofd hangt. Daarover later meer.

Volgende keer

Volgende keer vertel ik hoe ik op een date ging tijdens mijn burnout, en hoe dat afliep.

Reageren? Dat kan via Instagram.