#122: Zijn “innerlijke kracht” en “jezelf vinden” maar onzin?

Het is eind januari 2020. Bijna is het zover; dan ga ik op vakantie naar Zwitserland. Een paar weken geleden heb ik geboekt (zie blog #120). Ik ben al meer dan drie jaar niet op vakantie geweest. Ik hoop dat ik het aan kan. Ik zou misschien beter eerst een paar dagen vakantie in Nederland moeten proberen maar ja, ik wil zó graag sneeuw zien.

Ik doe rustig aan, zit veel op de bank en denk een beetje na over de toekomst. Want in oktober 2020 eindigt mijn WW-uitkering en als ik dan nog niet mijn eigen geld kan verdienen dan kom ik in de bijstand terecht.

Van de WW naar de bijstand

Als ik van de WW naar de bijstand ga, moet ik nog eens 450 euro per maand gaan besparen. Dat lukt mij vast wel want ik kan mijn auto nog wegdoen, mijn internet afschaffen (en alleen de 4G van mijn telefoon gebruiken), Netflix afschaffen en nog een paar andere dingen. Ik zou goedkoper kunnen eten door boodschappen voor de hele maand in te slaan en meer dingen in te vriezen. Ik spaar nu 50 euro per maand, daar zou ik mee kunnen stoppen. Zo hier en daar wat tientjeswerk, dan komen we er wel.

(Advertentie)

Aan de andere kant, als ik 450 euro per maand te weinig heb, maal twaalf, dan is dat 5400 euro per jaar dat ik te kort kom. Als ik 5400 euro leen van een vriend, dan kan ik weer een jaar verder met herstellen terwijl ik in de bijstand zit. Ik zal dus heus niet in de goot eindigen, maar het is meer een ethische vraag: ga ik 5400 euro van iemand lenen, terwijl ik mijn auto behoud en niet verder bespaar?

Het klierige van de bijstand is dat je NIETS mag bijverdienen. Bijvoorbeeld de advertentieinkomsten van mijn blog (2 euro per week) waarmee ik de webhosting betaal, zijn inkomsten. Dat wordt meteen gekort.

En dan heb ik nog een eigen huis met een overwaarde van 130.000 euro. Zou de gemeente tegen mij zeggen:“maak dat eerst maar eens op, verkoop je huis maar”? En mij dan een uitkering weigeren? Hmm nou ja, als ik 130.000 euro op de bank heb dan kan ik ook wel weer een paar jaar verder leven, alhoewel ik dan wel eerst een andere woning moet zien te vinden.

Moet ik dan maar gaan werken, “auf eigenes Risiko” dat het fout gaat?
foto: ©2020 kakikhebeenburnout.nl

Verwarring en verdriet

Het brengt me in verwarring en het maakt me verdrietig dat ik me nu ga voorbereiden om in de bijstand terecht te komen. Maar het geeft me ook wel een gevoel van kracht. Ten eerste omdat ik weet dat ik best kan overleven met weinig geld, en ten tweede omdat ik er zélf bewust voor kies om niet te vroeg weer aan het werk te gaan.

In blog #110 besloot ik dat ik NIET LANGER mezelf tegen een berg op zal (laten) duwen en NIET per sé zal proberen om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Ik wil eerst dat een groot deel van mijn lichamelijke klachten voorbij zijn, en laat mij NIET LANGER dwingen door behandelaars, het UWV of door mezelf om dingen te gaan doen waartoe ik niet in staat ben of waarvan mijn klachten erger worden.

Ik zal alles langzaam, op mijn eigen tempo en op mijn eigen manier weer oppakken ook al is het gevolg daarvan dat ik in de bijstand terecht kom. Ik kom heus ook wel weer úit de bijstand als ik hersteld ben. En als ik misschien nooit meer herstel dan kan ik heus nog wel iets anders doen om wat te verdienen. Maar ik laat mij niet dwingen. Al meer dan 20 jaar heb ik mij laten dwingen (door anderen of door mezelf) om dingen te doen die niet gezond voor me zijn. EN DAT IS NU AFGELOPEN (zie ook blog #111).

Ik ben niet bang

Ik heb ooit meer dan 4000 euro per maand verdiend. Als ik iets kocht hoefde ik niet te kijken wat iets kostte. Ik kocht elk jaar een nieuwe computer, de duurste van Apple, had een flinke auto en een dure hypotheek. Later werd dat allemaal wat minder, en wende ik er aan dat het helemaal niet erg is om minder te verdienen. Als je rond kan komen en plezier kan hebben is het goed. Dankzij mijn langdurige burnout heb ik nu ingezien dat geld en mooie spullen wel handig zijn, maar er eigenlijk niet echt toe doen.

Eerst kocht ik altijd shampoo van €5,49, nu koop ik shampoo van €0,89. En mijn haar zit nog steeds prima. Eerst had ik gigantisch snel internet, nu heb ik het langzaamste, maar ik kan nog steeds internetten. Eerst ging ik vaak uit eten, nu kook ik altijd zelf en eet ik soms voor maar €4 op een dag. Maar het is nog steeds vers en lekker.

Nu ik nóg weer minder heb, en de dreiging aanwezig is dat ik nóóóóg minder zal hebben, zie ik steeds beter in dat je met goedkope dingen ook een heel eind kan komen. Ik heb tijdens mijn burnout al 600 euro per maand bespaard, en er kan nog wel 450 euro per maand vanaf. Ik vind vast wel een manier. Als mens ben ik nog steeds dezelfde. Ik ben nog steeds lief en aardig en ik kan nog steeds lachen en huilen om dezelfde dingen. Ik heb nog steeds dezelfde vrienden en kennissen. En het maakt voor hen ook niet uit hoe veel geld ik heb.

Ik ben dus niet bang. Ik ben niet bang om “arm” te worden. Als ik mijn huis moet verkopen en het geld moet opmaken, tja dan kan ik niet zomaar opnieuw weer een ander huis kopen want ik heb dan geen eigen geld meer. Ik moet dan voor een sociale huurwoning gaan. Maar ja, nou èn? Ik krijg dan wel recht op huursubsidie.

Het leven loopt flink anders dan ik gedacht had, maar langzaam wen ik aan de nieuwe situatie. En op een dag ben ik weer voldoende hersteld om een klein baantje te nemen. Maar dat baantje zal precies bij mij passen. Ik zal niet over mijn grenzen gaan, en ik zal niet iets doen dat ik eigenlijk niet wil. Ik weet nu nog niet wat dat baantje is maar dat maakt niet uit. En als dat baantje niet komt, dan komt het niet.

Sterk

Wat veel mensen niet weten is dat als je langdurig ziek bent, je niet alleen maar beter hoeft te worden. Je komt ook op meerdere vlakken in een rouwproces terecht. Je moet rouwen omdat je niet meer kan wat je vroeger nog wel kon. Je moet rouwen omdat je hele leven anders wordt. Je moet rouwen omdat je je baan hebt verloren en je blik op de toekomst. Je moet rouwen omdat je eigenlijk niet meer bent wie je was. En je moet rouwen omdat je misschien ook wel nooit meer (helemaal) beter wordt.

Ondanks dat alles voel ik me eigenlijk best wel sterk. Sterk omdat ik dit alles doormaak en nog steeds leef. Sterk omdat ik weet dat ik ook heus wel weer ergens terecht zal komen. Sterk omdat ik lieve vrienden heb waarop ik kan vertrouwen. Sterk omdat ik op mezelf kan vertrouwen. Omdat ik nu eigenlijk inzie dat ik sterk ben van mezelf, van binnenuit, als persoon en als mens. En dus niet vanwege werk of relatie of geld of status of spullen.

(Advertentie)

Bovenstaande is allemaal een cliché, en eigenlijk kan ik er niet goed tegen. “Oh, ik ben ziek maar ik ben toch zo sterk! Oh, ik heb een burnout maar eigenlijk is het een blessing-in-disguise! Oh door mijn ziekte krijg ik zoveel inzichten!” Blaaargh. Kots. Maar deze clichés zijn 100% waar. Ik moet helaas toegeven dat ze echt waar zijn.

Ik heb nooit geloofd dat er ook voordelen kleven aan langdurig ziek zijn. Ik heb altijd gedacht dat al die blogs van andere mensen, over “innerlijke kracht” en “jezelf vinden” maar bullshit waren. Daarom ben ik zelf gaan bloggen onder de titel “Kut, ik heb een burnout”, want een burnout is volgens mij gewoon hoofdzakelijk kut.

Maar toch, er zit wat in. Het is niet alléén maar kut. En als ik beter ben, dan zal ik er inderdaad “sterker uitkomen” dan ik ooit was. En ik heb écht “innerlijke kracht” die blijft bestaan ook al heb ik niks anders. En dat is prachtig, hoe kotswaardig het ook klinkt.

Volgende keer

Volgende keer ga ik op vakantie naar Zwitserland, yeah!

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.