#134: Mijn toekomstplan gaat op de schop

Ik ben begonnen het het zoeken van huurwoningen en het plannen van de verkoop van mijn huis. Over zes maanden (in oktober 2020) eindigt mijn huidige uitkering en van alleen een bijstandsuitkering kan ik niet rondkomen. Ik heb dan ook besloten om mijn huis te verkopen en dan heb ik 130.000 euro op de bank staan. Daar kan ik dan verder van leven zonder een uitkering nodig te hebben. Lekker rustig, zonder gezeik dat ik moet gaan werken of solliciteren. Ik “eet” dan wel mijn huis op, maar het lijkt me heerlijk.

Maar dan opeens belt het UWV weer. Het is een lang gesprek met allerlei uitleg, omdat ik nu in de WIA zit in plaats van in de WW. Onlangs heeft het UWV namelijk eindelijk vastgesteld dat ik toch écht ziek ben (zie blog #129) en ze draaien daarmee hun beslissing van bijna een jaar geleden terug. Alle regels zijn nu weer anders, hoewel ik nog steeds even veel geld krijg.

De mevrouw aan de lijn klinkt als een meneer. Hierdoor kan ik mijn aandacht er niet goed bijhouden. Pfoeh, het blijft lastig om me te concentreren. Ik noteer tijdens het gesprek snel wat dingen die ik moet onthouden. Er wordt mij uitgelegd dat alle WW die ik tot nu toe heb ontvangen verrekend zal worden met de WIA die ik had moeten ontvangen. Ik krijg nog 400 euro netto van ze. Nou, da’s mooi meegenomen.

(Advertentie)

Een nieuwe regeling

De UWV mevrouw begint echter ook meteen te zeuren over reïntegratie en dat er allerlei trajecten zijn voor mij om weer aan de slag te kunnen gaan. Maar ik wil helemaal niet aan de slag. Ik had juist met de kerst besloten om mij niet langer te laten dwingen om “weer wat te gaan doen” (zie blog #110). Ik had juist besloten om alles op zijn beloop te laten, totdat ik weer voldoende hersteld ben en ik daadwerkelijk, écht zelf voel dat ik klaar ben om te gaan werken. Dat was mijn plan. Daar was ik trots op.

Maar dan legt ze iets uit dat ik nog nooit gehoord heb. Ik had altijd gedacht dat ik in oktober in de bijstand terecht zou komen, maar er blijkt een vervolguitkering te bestaan waar ik recht op heb. Die is weliswaar niet zo hoog, slechts een deel van het minimumloon, maar je mag hem tot op zekere hoogte behouden als je weer gaat werken. Dat is om mensen te stimuleren om weer te gaan werken.

Werken wordt dus beloond. Uit een berekening komt dat als ik €600 bruto per maand zelf kan verdienen, mijn inkomen op het niveau blijft wat het nu is, dankzij de aanvullende uitkering.

Het is lente en ik vind kikkerdril in de duinen.
foto: ©2020 kakikhebeenburnout.nl

Aan het werk?

Dus even resumerend: als ik over zes maanden zelf in staat ben om €600 bruto te verdienen, dan heb ik samen met de aanvullende uitkering in totaal weer precies wat ik momenteel ook krijg. Als ik NIET in staat ben om die €600 bruto zelf te verdienen, dan moet ik denk ik dus een bijstandsuitkering aanvragen. En daarbij komt een enorme hoeveelheid extra gezeik, waarbij ik mogelijk gedwongen word om vrijwilligerswerk te doen, geen stuiver mag bijverdienen, mijn auto weg moet doen en nog een aantal andere bezuinigingen moet doorvoeren.

Kan ik over zes maanden zelf €600 bruto verdienen? Dat lijkt me niet zo moeilijk. Maar qua burnout… ik weet het niet. Ik denk al jarenlang elke drie maanden dat ik “over een half jaar vast al een stuk meer kan”, maar ik blijk telkens nog steeds niet te kunnen werken.

Zal ik dan mijn huis dan toch nog maar niet te koop zetten?

Zal ik dan toch maar proberen om een baantje te zoeken en dan te kijken wat er gebeurt?

Is dat wel goed voor me? Ga ik dan niet meteen weer op weg naar een terugval?

Wilde ik niet sowieso de stad uit en verhuizen?

Mijn hele toekomstplan, dat ik met pijn en moeite had bedacht en geaccepteerd, komt nu weer op losse schroeven te staan. Mijn kerstbesluit (zie blog #110) was nou juist dat ik mijzelf niet meer zou gaan dwingen om per sé te moeten gaan werken, maar dat mijn gezondheid belangrijker is. Maar ja, met weinig moeite kan ik misschien wel die €600 bruto verdienen en dan hoef ik mijn huis niet op te eten.

Dilemma’s

Pfoeh, dilemma’s, dilemma’s. Ik heb nog steeds die mevrouw aan de lijn. Ze lult mij een beetje om, om toch maar een nieuw “Werkfit” traject te gaan doen. Want dan word je gecoached om langzaam weer aan de slag te gaan. En stukje bij beetje kan ik dan vast wel tussen nu en zes maanden naar die €600 inkomen groeien.

Nou ja, ik weet het even niet. Ik wilde juist die malle molen uit. De malle molen van het UWV dat maar bijft drammen op arbeidsparticipatie, werkhervatting, reïntegratie. Het leek me juist zo lekker rustig om niet meer afhankelijk te zijn van de instanties. Mijn gevoel zegt nee, maar mijn verstand zegt ja.

Maar is het ook niet eens tijd om voor het eerst van mijn leven mijn gevoel te volgen? Ik was juist zo trots dat ik alle “verplichtingen” nou eens even achter me kon laten. Niet tegen mijn gevoel in gaan werken en mezelf onnodig onder druk te zetten. Écht tot rust komen, écht alle druk van de ketel. Maar de mevrouw van het UWV lult mij om. Ze gaat het Werkfit traject in werking stellen. Ik twijfel en duizend gedachten vliegen door mijn hoofd. Ik kan niet goed nadenken. Ik durf geen nee te zeggen.

Ik luister niet meer echt naar wat de mevrouw allemaal zegt. Zonder dat ik het zelf onder controle heb geef ik mijn akkoord voor een nieuw Werkfit traject. Mijn hoofd begint weer te duizelen. Ik krijg een angstgevoel. Waarom laat ik me toch altijd omlullen? Waarom zeg ik niet: “luister eens, mevrouw. Ten eerste laat ik mij niet omlullen om weer een traject te gaan volgen waarin ik aan het werk gedramd wordt, en ten tweede klinkt u als een man. Ik trek dat niet, ik wil dat niet, en bovenal, ik heb RUST NODIG!”

Maar nee, ik ben weer vriendelijk en meegaand. Dat is mijn automatische piloot die mijn burnout veroorzaakt heeft. En tijdens dat Werkfit traject ben ik natuurlijk óók weer vriendelijk en meegaand. En dan ga ik vriendelijk en meegaand een baantje aannemen om maar die €600 te kunnen verdienen. En dan blijf ik vriendelijk en meegaand in het stramien zitten van iets dat ik eigenlijk niet kan. Ik wilde toch sowieso al mijn huis verkopen omdat ik rust wilde, de stad uit? Nu neem ik ongemerkt opeens weer stappen om in mijn huis te blijven.

(Advertentie)

“Fuckerdefuck godver fuck,” denk ik, ontwakend uit mijn gedachtenstroom, maar ik zeg het niet hardop.

Het gesprek eindigt en ik begin daarna hard te huilen. Ik wil geen Werkfit traject maar ik wil ook niet in de bijstand komen. Ik wil nog niet aan het werk, maar ik het is wel aantrekkelijk om mijn huis niet te hoeven opeten. Mijn toekomstplan gaat op de schop. Dit is eigenlijk te veel voor me. Zo veel nadenken, zulke beslissingen nemen, het is zo moeilijk.

Dan spring ik in de auto en ga ik een half uur rondrijden. Mijn kop gonst en ik moet weer huilen. Ik bedaar weer een beetje en ga daarna weer over op de orde van de dag: thee drinken op de bank en op Funda kijken of er leuke huurwoningen zijn.

Volgende keer

Volgende keer bespreek ik slapen, doorslapen en bijslapen.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.