#205: Ik had het misschien niet eens nodig – venlafaxine afbouwen (deel 9/28)

Let op: mijn afbouwtraject voor Venlafaxine is geen medisch advies. Raadpleeg altijd een arts als je iets aan je gebruik van antidepressiva wil veranderen. (Om dit blog het beste te begrijpen begin je bij deel 1). Ook gebruikte ik hier nog niet de juiste methode voor het tellen van korrels (zie deel 6).

Na drie weken zijn de verschrikkelijke lichamelijke klachten van de vorige verlaging weer wat afgezwakt. Mijn angsten voor ziekte, ziekenhuizen, doodgaan en pijn zijn weer verdwenen. Mooi zo. Ik moet veel huilen maar dat is opluchtend. Over twee maanden word ik vijftig. Ik ben dan oud. Ik ben dan definitief, absoluut, onontkoombaar niet meer jong. Bij 30 en 40 kan je nog blijven volhouden dat je jong bent. Bij 50 niet meer.

Ik ben bang om 50 te zijn. Ik wil nog zoveel doen in het leven. Maar door mijn burnout kan ik niet zo veel meer. Ik hoop dat met het afbouwen van mijn antidepressiva, die ik al 15 jaar gebruik, eindelijk weer eens een normaal, natuurlijk gevoel in mijn lichaam zal terugkomen.

(Advertentie)

De hel(ft)

Zoals gebruikelijk stap ik op een maandagochtend naar de volgende verlaging: in plaats van 50 korrels haal ik nu 55 korrels uit de capsule Venlafaxine. In het merk dat ik gebruik (Aurobindo) zitten ongeveer 110 korreltjes. Dus bij 55 heb ik de dosis gehalveerd, 50%! Dat is een hele prestatie, want bij eerdere afbouwpogingen ben ik nog nooit zo laag gekomen.

Bij de meeste SSRI/SNRI antidepressiva (zoals Venlafaxine) is het zo dat als je de dosis laat zakken naar nul, de onttrekkingsverschijnselen het ergst worden omdat dan de hoeveelheid werkzame stof in de hersenen gigantisch begint te dalen (zie ook het grafiekje in deel 4). Van een zeer hoge dosis zakken naar een gewoon hoge dosis geeft veel minder problemen. Maar van een zeer lage dosis afbouwen naar nul kan er voor zorgen dat je in de hel terecht komt. En daar ben ik nu sinds een tijdje.

De schapen gaan naar binnen want het wordt langzaam winter.
foto: ©2021 kakikhebeenburnout.nl

Hoe dichter ik bij de nul kom, hoe zenuwachtiger ik word. Kan ik dit wel? Als ik de capsule openmaak en de korrels aan het tellen ben, voel ik me een nerveuze drugsverslaafde. Eén voor één tel ik de korreltjes die ik er uit haal.

Sommige korreltjes plakken aan elkaar. Moet ik die dan als twee rekenen? Af en toe is er één korreltje dat dikker is dan de anderen. Zou dat een productiefout zijn? Moet ik die ook als twee meetellen? Er zijn ook wel eens korreltjes die heel dun en klein zijn. Is dat een mislukt korreltje? Zou daar nog werkzame stof in zitten?

Het antwoord, volgens de Vereniging Afbouwmedicatie, is dat de korrels inderdaad niet allemaal even dik zijn, maar wél allemaal exact dezelfde dosering van het medicijn bevatten, binnen dezelfde capsule. Daarom moet je de korrels dus tellen en niet wegen.

Elk korreltje is bij mijn merk ongeveer 1/110 van de capsule. Minder dan één procent dus. Dus ach, een korreltje meer of minder maakt niet uit, toch? Maar hoe minder je er van neemt, hoe groter het verschil is als je een korreltje meer of minder neemt. Op 100 stuks maakt eentje te weinig niet zo veel uit. Maar ik zit nu op 55. Eéntje te weinig is dan al bijna twee procent verschil.

Maar ik ga door

Bij de afgelopen maanden, waarin ik om de paar weken de dosis verlaagde, heb ik elke keer wel rotverschijnselen gehad. Burnoutverschijnselen om precies te zijn. Ik raak er nu meer en meer van overtuigd dat antidepressiva een enorme invloed hebben op burnout, zowel positief als negatief. Sommige mensen gaan zich er goed van voelen en kunnen dan weer werken (terwijl ze eigenlijk nog steeds een burnout hebben). Maar voor mij lijkt het alsof ik alleen maar de negatieve aspecten heb ervaren: ik voelde me er nooit echt beter door maar ik bleef het maar gebruiken omdat ik er niet vanaf kon komen.

Ik weet nog dat ik niks merkte van het middel toen ik het voor het eerst kreeg, 15 jaar geleden. De huisarts bleef het maar verhogen en bij elke verhoging moest ik zes weken wachten. Ik was dus een half jaar bezig met het opbouwen naar 225 mg. En toen ging het beter en kon ik weer gaan werken.

Achteraf denk ik: kwam het nou door de Venlafaxine dat ik me toen beter voelde? Of kwam dat gewoon doordat er zes maanden voorbij waren en mijn burnout voldoende was hersteld? Of allebei? Ik zal het nooit weten. Wat ik wel weet is dat ik dik werd en bijna geen orgasmes meer kon krijgen. Ik moest dan een uur lang (of langer) keihard masturberen om klaar te kunnen komen. Met als gevolg een beschadigde voorhuid die dan telkens weer een week moest herstellen. Maar ja, ik kon in elk geval weer werken dus ja dat moest dan maar zo zijn. Want werken is belangrijker, dacht ik toen. Inmiddels staan voorhuiden een aantal plaatsen bóven werken in mijn top tien van belangrijke dingen.

Deze herinneringen geven mij de moed om vol te houden. Het middel is waarschijnlijk nutteloos voor me dus ik kan er vanaf. Ik ben nu op de helft. Ik kan volhouden en dan ervaren hoe mijn leven wordt als ik het niet meer gebruik. Mocht het allemaal de verkeerde kant op gaan dan kan ik altijd nog weer terug naar de oude dosis. Maar een beter plan is misschien om dan samen met een psychiater te gaan kijken om een heel ander middel te gaan gebruiken, bijvoorbeeld een middel dat wél in kleine doseringen bestaat en wél goed af te bouwen is.

(Advertentie)

Een andere optie die ik óók nog heb is het innemen van benzo’s (pammetjes), zoals Oxazepam of Diazepam. Deze methode wordt wel ingezet bij het afbouwen van antidepressiva om tijdelijk de negatieve effecten te verminderen. Ook in het “Multidisciplinair document ‘Afbouwen SSRI’s & SNRI’s’” van o.a. de NHG wordt dit genoemd als optie. Ik heb dit tot nu toe nog niet gedaan, ik houd het achter de hand.

Ik heb dus nog opties als het mis gaat. Dus ik ga door, door met afbouwen. Ik moet opeens huilen. Ik ben in de ban van een middel dat ik misschien niet eens nodig had. Een middel dat er misschien voor zorgde dat ik mijn tweede burnout, waar ik nu al meer dan vijf jaar in zit, niet zag aankomen. En artsen weten niets. Ze kunnen alleen maar, net zoals ik, iets proberen en dan kijken of het effect heeft. Ik voel me hierdoor verlaten en alleen.

De verlaging naar -55 korrels lijkt weinig effect te hebben, dus op de maandag een week later ga ik naar -60. (110 – 60) / 110 x 100% = 45%. Ik ben benieuwd wat de -60 korrels mij gaan brengen. Zou ik over het dode punt heen zijn? Zou het vanaf nu “smooth sailing” worden omdat ik nu al zo’n lage dosis gebruik? Ik hoop het, maar het zal wel niet.

Volgende keer

Volgende keer gaat mijn hoofd dagenlang bonken en bonzen.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.