#219: Belangrijke stappen vooruit – venlafaxine afbouwen (deel 22/28)

Let op: mijn afbouwtraject voor Venlafaxine is geen medisch advies. Raadpleeg altijd een arts als je iets aan je gebruik van antidepressiva wil veranderen. (Om dit blog het beste te begrijpen begin je bij deel 1).

Ik zit een tijdje op 32 korrels. Dat wil zeggen: ik laat 78 van de ongeveer 110 korrels weg uit de capsule Venlafaxine die ik dagelijks in neem. De vorige keer zat ik op 35 korrels en ik heb er nu voor het eerst 3 stuks uitgehaald in plaats van 5.

Hoe lager het aantal korrels is, hoe minder je er bij elke stap uit moet halen. Zit je op 100 korrels en haal je er 5 uit, dan is dat een verlaging van 5%. Maar zit je op 35 korrels en haal je er 5 uit, dan is dat een verlaging van 14,2%. Dat is te veel, bij elke verlaging moet je er eigenlijk maar maximaal 10% uit gooien, zo lees ik in verschillende artikelen.

(Advertentie)

Verder omlaag

Ik ben dus begonnen met kleinere stappen: 3 van de 35 korrels eruit is 8,5% verlaging. Mijn hoofd voelt bij deze dosis rot maar ik krijg geen nieuwe verschijnselen, dus na een week gooi ik er weer 3 uit. Weer een week later zak ik naar 29 korrels, en weer een week daarna naar 26 korrels.

Ik voel me overbelast, het lijkt alsof alles te veel voor me is. In het midden van mijn hoofd heb ik steeds een zwaar gevoel en het lijkt alsof ik elk moment moet huilen, maar ik huil niet. Voor de rest heb ik geen andere rare verschijnselen. Misschien één keer per dag een klein schokgolfje in mijn hersenen maar verder niet.

Als ik rustig, diep inadem en met een heerlijke zucht uitadem, dan voelt dat lekker opluchtend. Spanning en stress in het lichaam kan maar op één manier echt direct beïnvloed worden en dat is door uitademing. Het verschilt per persoon, maar bij mij betekent het langzaam diep inademen door de neus (±4 seconden) en dan langzaam diep uitademen door de neus. Het beste resultaat krijg ik als ik bij het uitademen ook geluid maak: een lage “hmmmmmmmmmmm” en dan de ogen dicht doe. Dat lucht echt op. Mijn hoofd voelt daarna lekkerder, ik ben rustiger en kalmer.

Klusjes doen geeft me soms rust, soms niet.
foto: ©2022 kakikhebeenburnout.nl

Als ik activiteiten doe zoals wandelen, fietsen, klussen, kletsen met de buren, in de tuin rommelen, dan voel ik me wel aardig. Als ik op- en neer beweeg, zoals bij het verplaatsen van stapeltjes stenen, dan word ik duizelig bij het omhoog gaan. Ik hijg dan flink, een teken dat mijn hersenen niet genoeg zuurstof krijgen (denk ik).

Ga ik een uur lang met iemand kletsen dan begint mijn hoofd te bonzen en te bonken. Ga ik daarna stil zitten met mijn ogen dicht, dan ben ik na 20 minuten weer “normaal” en houdt het bonken op. Als ik activiteiten doe na het avondeten dan val ik gegarandeerd snel in slaap, maar word ik na een uur of zes slapen ook weer wakker en kan ik niet meer slapen. Als ik géén activiteiten doe en me de hele dag verveel dan slaap ik beter.

Voor mij duidt dit alles er op dat de burnoutverschijnselen nog niet voorbij zijn, maar dat het op zich wel redelijk de goede kant op gaat. Ik heb ook het gevoel dat de verlaagde dosis antidepressiva niet echt veel meer uitmaakt. De verschijnselen die ik nu ervaar zijn typische burnoutverschijnselen die ik ook al had toen ik nog niet aan het afbouwen was.

Bijna niets

Ik zit nu met mijn 26 korrels op 23,6% van de oorspronkelijke dosis Venlafaxine ofwel 8,8 milligram. Elke arts zal nu zeggen: “dat is zo goed als niets”. Ik heb tijdens het afbouwen tot nu toe altijd gehoopt dat er op zeker moment een dosis zal zijn die niets meer doet, en dat verder afbouwen tot aan nul dan ook geen problemen meer zal opleveren.

Maar helaas heb ik van meerdere kanten gehoord dat er mensen zijn die problemen krijgen bij 15 korrels, 7 korrels of zelfs als ze van 1 korrel naar 0 gaan. Nu moet je natuurlijk niet alle horrorverhalen geloven en zelf proberen om neutraal te oordelen en jezelf niet bang te laten maken. Het kan ook een omgekeerd placebo effect zijn: de angst om helemaal zonder het medicijn te leven kan zó groot zijn dat je allerlei lichamelijke klachten krijgt vanwege deze angst, en dan het medicijn de schuld geeft. Dit is het “nocebo” effect.

Ik probeer dit dan ook niet te doen. Ik heb goede hoop dat ik bij verdere verlagingen ook maar weinig zal merken en mocht ik toch in de problemen komen dan zie ik het dan wel weer.

Een belangrijk omslagpunt is nu wel bereikt: ik heb namelijk niet het gevoel dat ik ooit nog terug hoef te gaan naar de volledige dosis. Bij voorgaande verlagingen heb ik regelmatig overwogen om te stoppen met afbouwen en terug te gaan. Ik heb steeds in het achterhoofd gehouden dat ik ook weer een stapje omhoog kan gaan als de problemen te groot zouden worden. Maar nu heb ik het gevoel dat ik niet meer omhoog hoef. Ik ben meer zelfverzekerd; ik heb het gevoel dat ik ook zonder kan.

(Advertentie)

En dat is een enorme stap! Voordat ik ging afbouwen en tijdens de eerste periode waarin ik meerdere malen helse ontrekkingsverschijnselen had, was ik enorm gefocust op “terug kunnen”, “een fallback scenario hebben”, of “een exit strategie hebben” om mezelf te redden. Deze focus is nu weg; ik ben op weg naar nul en ik ben er nog niet, maar ik ben gewoon onderweg.

Ik heb geen angst meer dat ik terug moet kunnen of dat ik zo snel mogelijk bij de finish moet zijn. Ik ben gewoon onderweg op een lange reis. Ik hoef niet terug en ik ben ook niet bang voor de eindbestemming. Deze rust is erg belangrijk en het lijkt me heerlijk als ik die vanaf het begin zou hebben gehad.

We schrijden voorwaarts. Ik ben op weg naar de nul en ik denk dat ik die inderdaad kan bereiken.

Volgende keer

Volgende keer meer over de inzet van antidepressiva bij burnout.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.