#243: Weer naar de huisarts, angst over mezelf en de toekomst

Ik ben weer begonnen met super veel rust nemen, ontprikkelen en zo veel mogelijk niks doen want mijn hoofd voelt zo rot. Ik heb contact opgenomen met GripOpWerkstress.nl over het managen van mijn spanningen (zie blog #242) maar men geeft aan dat het programma waarschijnlijk niet bij mij past omdat ik alles wat erin gezegd wordt toch al weet. Ik ben een té ervaren burnouter. Wel heel eerlijk van ze, want tot nu toe heeft elke burnout coach tegen mij gezegd dat ze me áltijd kunnen helpen, óók als ik uitleg hoe ernstig mijn geval is en hoe lang ik al bezig ben.

Dus ik ga maar weer eens naar de huisarts. Ik ben al twee jaar niet bij hem geweest; ik was verhuisd, aan het wennen aan mijn nieuwe omgeving, veel aan het klussen mijn huis, antidepressiva aan het afbouwen en allemaal dingen waarvan ik wel zo ongeveer wist dat het zwaar zou zijn, maar ik had ook een goed gevoel dat ik er geen arts bij nodig zou hebben.

Huisarts

Ik meld bij de huisarts dat mijn hoofd zo verschrikkelijk bonst en gonst en dat het er op lijkt dat ik niet tot rust kan komen. En dat ik veel moet huilen. De nieuwe huisarts, die mij nog niet kent, begint verstandig met een algemeen bloedonderzoek, en van daaruit gaan we dan verder kijken of er doorverwijzing mogelijk is. Ik zelf verwacht dat er uit het bloedonderzoek niks komt want daar komt bij mij m’n hele leven al niks uit; ik ben altijd zo gezond als een vis.

(Advertentie)

Ik ben aan de ene kant blij dat ik “slechts” overspannen ben met wat angstverschijnselen, en dat ik niet meer in de diepe, zware burnout zit. Ik ben dus een heel eind op weg maar dat mag ook wel na zes jaar. (Och, eigenlijk vier jaar want het herstel begon pas NA TWEE JAAR mondjesmaat te komen.)

Soms denk ik positief: “dit gaat vast ook nog wel weg, nog een paar jaartjes”, en soms ben ik de wanhoop nabij. Als ik weer voor de zoveelste keer met een theetje op de bank zit. Niet omdat ik daar zin in heb, maar omdat ik niks anders kan en mijn kop ontploft als ik tóch dingen probeer te doen.

Ik heb een Waddenzee basalt kei in mijn tuin gelegd.
foto: ©2022 kakikhebeenburnout.nl

Het is bijna november 2022 en de herfst gaat beginnen. Op een zaterdagmiddag voel ik me wat nerveus en emotioneel. Ik denk aan mijn ouders die niet meer leven en mijn eigen jeugd die voorbij is. Ik ben al 50. Ik ben 50 en ben bang dat mijn leven nooit meer wat wordt. Dat dit het is. Dat er niet méér is, en ook niet méér zal komen. Dat “van de oude dag genieten” voor mij niets anders zal zijn dan weinig kunnen, nerveus zijn, en een rothoofd hebben.

Ik snuffel door twee dozen met alle oude fotoalbums van mijn ouders. Als ik de boeken opendoe komt mijn hele leven voorbij. Ik moet verschrikkelijk huilen, om een paar dingen:

  1. Mijn ouders hebben de laatste jaren van hun gezonde leven heel veel plezier gehad op vakanties in Zwitserland en daar ben ik blij om.
  2. Als ik reisfoto’s zie krijg ik lichte angsten. Dat is te veel voor me. Een reis maken, dat zijn te veel prikkels. Ik kan misschien wel nooit meer op reis.
  3. De meeste mensen op de wat oudere foto’s zijn inmiddels dood of heel oud. Ik ben de volgende die aan de beurt is. Mijn leven lijkt zo goed als voorbij te zijn.

Veel mensen, die zo veel plezier hebben op de foto’s, zijn er niet meer. Is al dat plezier dan voor niets geweest? Het lijkt wel alsof al die feestjes en partijen nutteloos waren. Want het is allemaal weg nu. Dat is natuurlijk niet zo, maar zo voelt het wel. Het geeft een heel raar gevoel.

Ik krijg angsten over mezelf en over de toekomst. Mijn leven lijkt zo ontzettend incompleet te zijn. Ik kan al zes jaar bijna niks, en misschien kan ik wel nooit meer wat. Ik ben bang voor wat de dokter gaat zeggen. Ik ben bang dat ik weer aan de antidepressiva moet, maar dat dit niet zal helpen. Ik ben bang dat ik nooit meer écht kan genieten op een feestje, en dat ik nooit meer ontspannen op een foto kom te staan.

Dood gaan

Ik ben ook bang om dood te gaan. Het voelt zo gek, al die oude foto’s met gezichten van mensen die niet meer leven of nu heel erg oud zijn. Allemaal verjaardagen en uitstapjes en reünies. Kinderen uit mijn jeugd die nu ook allemaal volwassenen zijn en/of oud. En ik ben ook niet meer dezelfde als toen. Dat kleine jongetje is weg, ik ben nu een volwassene die nog minder weet over het leven dan toen ik hem was.

Ik was toen geïnteresseerd in de wereld om me heen. Nu ben ik bang voor de wereld om me heen, en hoe de rest van mijn leven zal verlopen. Ik weet dat ik over de helft ben. Mijn vrienden zijn bijna allemaal ietsjes jonger dan ik. Zij staan nu midden in het leven met kinderen, werk, vakanties, familie, verjaardagen en uitstapjes. Zij zijn nu aan het doen wat ik die mensen in mijn fotoalbums allemaal zie doen. Zij leven en maken nu al hun herinneringen.

Maar ik ben er nooit meer bij. Ik sta naast het leven want ik kan nergens tegen en krijg al angsten, gevoelens van aversie en vermoeidheid als ik alleen maar dénk aan naar een feestje gaan.

Ik voel me zo eenzaam. Ik ga nooit meer ergens heen en moet alles alleen doen. Ik heb geen partner en moet steeds weer mezelf oppeppen. Ik heb wel veel leuke buren en veel lieve vrienden maar ik wil ze niet steeds lastig vallen met mijn eeuwige burnout. Die moet ik zelf zien op te lossen.

De fotoalbums gaan weer de doos in. Ik heb minder gehuild dan ik verwacht had. Maar mijn kop gonst en bonst weer want ik kan er natuurlijk niet tegen dat ik een uurtje door wat albums zit te bladeren.

(Advertentie)

Positief

Dit is volgens mij meer een midlife blogpost dan een burnout blogpost. De burnoutklachten zorgen er voor dat ik bang ben dat ik nooit meer lekker, leuk, fijn en gelukkig kan leven. Plak dat gevoel eens bovenop een midlife-gevoel waar je concludeert dat alles dat je tot nu toe gedaan hebt ook eigenlijk nergens op sloeg, en dan weet je zo ongeveer hoe ik me nu voel.

Maar ik kan gelukkig ook nog positief denken. Mijn burnout herstel is “pas” vier jaar écht bezig, terwijl de opbouw wel zes of zeven jaar duurde. Met een beetje extra geduld gaat het misschien nog wel langzaam steeds beter. Misschien kom ik er nog wel eens uit. Ik hoef niet eens meer te werken, dat boeit me niet meer. Als ik in elk geval nog maar eens op reis kan gaan en op een foto kan staan op een feestje, waarbij ik me écht goed voel en niet uitgeput en duizelig.

Wie weet gebeurt dat nog eens, ik ben immers pas 50.

Volgende keer

Volgende keer: mijn burnout lijkt zo goed als voorbij.

Bekijk reacties op deze blogpost of reageer zelf via Instagram.